Een medewerker van de hulpverleningsorganisatie schrijft op dag van de aardbeving:
“Om kwart over vier vanmorgen vond een aardbeving met een kracht van 7,5 op de schaal van Richter plaats in Zuidoost-Turkije. Ten minste tien steden hebben ernstige schade opgelopen, gebouwen zijn ingestort en er zijn veel slachtoffers. Volgens een eerste verklaring die om acht uur na de aardbeving werd gepubliceerd, is het dodental 912, het aantal gewonden 5.385 en zijn er meer dan 2800 gebouwen ingestort. Helaas zullen in de komende uren en dagen deze aantallen nog enorm toenemen.

Als hulpverleningsorganisatie hebben we direct een planning gemaakt en in de vroege ochtend is het eerste team op pad gegaan. Wij schrijven u deze brief terwijl we onderweg zijn naar het rampgebied. Het eerste team bestaat uit mensen uit Izmir, Ankara en Van. Onze drie mobiele sanitaire trucks zijn eveneens vertrokken naar het rampgebied; ook ons zoek- en reddingsvoertuig gaat vandaag naar het gebied. Daarnaast vertrekt er een mobiele wagen met een oven om voor eten te zorgen.

De weersomstandigheden zijn erg slecht in het rampgebied. Het is erg koud, het sneeuwt en er zijn grote problemen in het vervoer. Er zal een aanzienlijke hoeveelheid hulpmateriaal nodig zijn, zoals dekens, water, tenten, winter kleding, eten, enz.

We voorzien nu al een benodigd budget van 200.000 euro met hulpgoederen en operationeel uitgaven.”